tisdag 18 maj 2010

O krinklende winklende waterding,
met 't zwarte kabotseken aan,
wat zien ik toch geren uw kopke flink
al schrijven op 't waterke gaan!
Gij leeft en gij roert en gij loopt zo snel,
al zie 'k u noch arrem noch been
Gij wendt en gij weet uwe weg zo wel,
al zie 'k u geen ooge, geen één
Wat waart, of wat zijt, of wat zult gij zijn?
Verklaar het en zeg et mij, toe!
Wat zijt gij toch, blinkende knopke fijn,
dat nimmer van schrijven zijt moe? ...
O shrijverkes, schrijverkes, zegt mij dan, -
met twintigen zijt gij en meer,
en is er geen een die 't mij zeggen kan: -
wat schrijft en wat schrijt gij zo zeer?
Gij schrijft, en 't staat in het water niet,
gij schrijft, en 't is uit en 't is weg
Geen christen en weet er wat dad bediedt:
och, schrijverke, zeg het mij, zeg! ...
"Wij schrijven," zo sprak het, "al krinklen af
hetgene onze Meester, weleer,
ons makend en leren, te schrijven gaf,
één lesse, niet min nochte meer
Wij schrijven, en kunt gij die lesse toch
niet lezen, en zijt gij zo bot?
Wij schrijven, herschrijven en schrijven nóg
de heilige name van God!"

- Guido Gezelle, "Het schrijverke"

Okej, känns inte helt fint att lägga upp en oöversatt dikt på ett flummigt språk, men den här är 1) skriven på artonhundratalsflamländska, 2) så ljudmässigt vacker att all översättning borde kunna falla in under grov misshandel
Men ledtrådar för den trägne: en schrijverke är en skräddare, och verket beskriver, i såväl form som innehåll, vilket spår skräddarna lämnar efter sig på vattenytan