"Ik moet u wat zeggen," zei hij.
"Zeg op," zei Jezus.
"God de Vaders is niet zomaar weg," zei Thomas. "Hij is overleden. Ik zeg het maar eerlijk."
Jezus stond paf en kon even geen word uitbrengen. "Je méént het!" riept hij uit.
Thomas knikte. Hij vond het droevig voor de Here Jezus, maar de waarheid moest worden gezegd.
"Maar hoe is dat zo gekomen!" riept Jezus uit.
"Hij is uit me weggeslagen," zei Thomas. "Een toen is Hij gestorven, want Hij kon niet buiten mij."
Daar moest Jezus over nadenken. Toen knikte Hij en glimlachte droevig. Zo was het natuurlijk gegaan. Zonder Thomas kon er niets bestaan.
- Guus Kuijer, "Het boek van alle dingen"
